‘Voeding’ was bij het begin van de diagnose een gigantische opdracht. We leerden rekenen met koolhydraatruilwaarden. Het leek een enorme berg die we moesten beklimmen. Het ‘gedoe’ voor elke maaltijd met de weegschaal, het tellen en rekenen…eerlijk…ik zag er soms tegenop dat het terug etenstijd was. De stress van toch wel juist te tellen en de juiste dosis insuline te berekenen…
Voor de maaltijd steeds checken waar in onze menu de koolhydraten zitten. Het opzoeken van de koolhydraatruilwaarden in de lijst die we meekregen van in het ziekenhuis of in de Sweetbee (wat heeft die ons goed geholpen!), het wegen, het rekenen, checken,… gelukkig kregen we een goede opleiding!
Stilletjes aan krijgen we alles wat onder de knie . Alles begint vlotter te gaan en sneller. Minder stress, meer zeker van onszelf, minder opzoekwerk.
Wel meer getallen in ons hoofd. Een appel is één, een speculaasje is een halfje, een sandwich is twee, 23 gram chips is één, 35 gram frietjes één, 80 gram gekookte aardappelen één, 50 gram pasta één, … en zo kunnen we ondertussen nog wel even doorgaan. Getallen schieten door ons hoofd bij het zien van eten.We spreken ondertussen voor vele mensen vaak in codetaal, denk ik.
‘Mama, twee is één en dan heb ik nog 70 gram dus dat is twee er bij, komkommer is gratis. Ik eet straks ook nog een koek, dan kom ik aan 4!’. We verstaan elkaar perfect, het is onze nieuwe taal.
Een hoofd vol cijfers…ondertussen al wat meer geordend in ons hoofd… het maakt het allemaal wel makkelijker.

Zo blij da ’t “lukt”, er was/is geen anders keus ook hé 😉
LikeLike